Rattenslangen

De rattenslang ook wel korenslangs genoemd, kan een lengte van 150 cm behalen. Ze zijn stressbestendig en daarom een makkelijke slang om mee te beginnen. Het is een actieve slang die met name ’s avond en ’s nachts actief is, en  bekend staat om zijn ontsnappingskwaliteiten. Omdat ze van klimmen houden, is het belangrijk  dat ze de gelegenheid  krijgen om te klimmen in kale takken (dus zonder schors). Voor de bodem zijn houtsnippers te verkiezen boven zand omdat zand tussen de schubben van de rattenslang kan gaan zitten. Verder moeten ze schuilplaatsen hebben en  een (dagelijks te verschonen) waterbak. Ze houden van een waterbad, vooral wanneer het warm is. Afhankelijk van het seizoen moet de luchtvochtigheid tussen de 50-70% zijn. De temperatuur in het terrarium moet verdeeld worden in een ruimte waar het ongeveer 26-27 graden is, en een andere van 22-24 graden. Op deze manier kan de slang kiezen welke temperatuur hij fijn vindt. ’S nachts mag de temperatuur dalen tot 15-19 graden.

Rattenslangen zijn niet giftig voor mensen maar kunnen wel bijten. Van jongs af aan regelmatig in de hand nemen leert de slang niet bang te zijn en zal die niet snel gaat bijten.

Voedsel

Zo’n 5 dagen na het uitkomen uit het ei nadat die voor het eerst verveld is, verorberd een jonge rattenslang  zijn eerste maaltijd. Je kan hem hiervoor een babymuis aanbieden. Hierna moet die elke  3 à 5 dagen gevoerd  worden. Een volwassenslang eet eens in de week een muis.

Als ze moeten vervellen hebben de slangen echter meestal geen eetlust.

Winterslaap

In de winter houden rattenslangen vaak een rustperiode. Ze worden minder actief, maar gaan nog graag in de zon liggen. Wanneer de temperatuur onder de 12 graden daalt, gaan ze in winterslaap.  Tijdens de winterslaap zijn ze volledig inactief en verstoppen zich. Hun hartslag daalt en hun stofwisseling stopt bijna geheel. In deze periode verplaatsen ze zich niet en zullen ze niet eten.

Voortplanting

Onder de juiste omstandigheden kunnen de mannetjes  rond de leeftijd van 18 maanden geslachtsrijp worden. Een vrouwtje wordt iets later geslachtsrijp namelijk vanaf 2 jaar. Voor de gezondheid is het beter pas vanaf de 3e jaar met het vrouwtje te fokken. Een vrouwtjes rattenslang heeft een smallere staartbasis dan het mannetje.

Na de winterrust , zo rond februari-mei, vindt de paring plaatst. Na het paren duurt het circa 55 dagen voordat ze eieren legt. Ongeveer 5-10 dagen voor het leggen van de eieren vervelt het vrouwtje. Ze legt  5 tot 30 eieren. Hierna duurt het 50 tot 70 dagen voor de eieren

Uitkomen. Dit gebeurt bij een temperatuur van 28-30 °C. Pasgeboren rattenslangen zijn ongeveer 15-30 cm lang.

Als u een mannetje en een vrouwtje samen houdt, moet u zorgen voor een legbox gevuld met nat mos of zaagsel, zo kunnen er meerdere legsels per jaar plaats vinden. Let hierbij wel op de conditie van het vrouwtje, en plaats haar indien nodig  tijdelijk apart zodat ze  weer op gewicht kan komen.

Een bekend probleem is legnood bij het vrouwtje. In zo’n geval kan een keizersnede nodig zijn. In het filmpje hieronder ziet u hoe wij een keizersnede bij een slang doen.

Gezonde rattenslang

Een gezonde rattenslang is actief en alert. De huid heeft een mooie heldere kleur zonder wonden en de ogen zijn helder ( behalve tijdens het vervellen). Verder heeft de slang een schone cloaca (geslachtsopening).

Tekenen die aan kunnen geven dat de slang ziek is kan zijn: slecht eten, braken, een slijmerige bek, afwijkende ontlasting, slecht vervellen , en/of afwijkend gedrag.

Ook komen bacteriële en schimmelinfecties  voor bij slangen, net als mondrot , legnood en een slechte vervelling

Vervelling

Slangen vervellen omdat de huid te strak wordt voor het lichaam, meestal kruipen ze in een keer uit de oude huid waardoor er plaats is voor de nieuwe huid. Jonge slangen vervellen  vaker dan oudere slangen, omdat ze harder groeien. Als ze ouder zijn vervellen de slangen tussen de 6 à 7 keer per jaar.

Een rattenslang die vervelt wil het liefst met rust gelaten worden, het is dan ook verstandig om geen voer te geven, want de eetlust is op dat moment minder groot. Het zicht van de slang is minder goed tijdens de vervelling, dit komt omdat het vel voor de ogen losser gaat zitten waardoor het zicht troebeler wordt.

Omdat de huid zo strak om het lichaam van de slang zit, gaat het vervellen niet vanzelf. De slang moet hiervoor een onderhuidse vloeistof aanmaken die de huid losweekt van het lichaam. Deze vloeistof is blauwachtig van kleur en geeft een blauwe kleur aan de slang.

Zodra de huid is losgeweekt, dit duurt ongeveer 5 dagen, wordt de vloeistof weer opgenomen in het lichaam en krijgt de slang een normale kleur. De huid zit nu los om het lichaam en de slang zal met zijn kop tegen iets aan schuren om het vel open te maken. Door spiersamentrekkingen kan de slang uit de huid kruipen, dit duurt gemiddeld tussen de 3-10 minuten.

Als de slang zijn huid kwijt is, glanst hij weer mooi en is hij weer  fel  van kleur.

Hieronder ziet u hoe we een slang helpen die niet kan vervellen.

Leeftijdsverwachting

Bij een goede verzorging kan een rattenslang 15-20 jaar oud worden.